Cloud Computing is het leveren of gebruiken van flexibele en schaalbare diensten via
het internet. Het betref een aantal standaard diensten waarvoor betaald moet worden naar gebruik.
STANDAARD DIENSTEN
De kern van Cloud computing is het leveren van diensten. De klant houdt zich vooral bezig met het
wat: de gewenste functionaliteit. De aanbieder van de dienst regelt hoe deze functionaliteit wordt
gerealiseerd. De techniek (servers en software) die daarvoor nodig is, is een zaak van de leverancier.
De techniek is niet langer de zorg van de klant. Een clouddienst is een standaard dienst, in de zin dat
alle klanten dezelfde functionaliteit krijgen. Het is confectie, geen maatwerk. Juist daardoor kunnen
de kosten lager zijn, meestal veel lager dan bij maatwerk. Overigens heeft de klant vaak een
aantal (standaard) keuzemogelijkheden om de dienst af te stemmen op de eigen situatie.
BENADERBAAR VIA INTERNET
Clouddiensten zijn benaderbaar via het internet, met behulp van een standaard webbrowser. Er is
geen speciale software op de PC van de gebruiker nodig, de webbrowser is voldoende. Daardoor is
er weinig onderhoud en beheer op de werkplek nodig. Aanpassingen aan de software gebeuren
centraal door de leverancier, zonder dat de gebruiker ook maar iets hoeft te doen.
SCHAALBAAR EN flexibel
Clouddiensten zijn schaalbaar en flexibel. De dienstverlening ‘beweegt mee’ met het feitelijke
gebruik. Als de gebruiker meer capaciteit nodig heeft, is er ook direct meer beschikbaar. En als de
gebruiker minder capaciteit nodig heeft, dan geeft hij ook direct terug wat hij niet gebruikt. Zowel
‘rek’ als ‘krimp’ is dus mogelijk.
BETALEN NAAR GEBRUIK
Bij een ‘echte’ clouddienst betaalt de klant naar het feitelijke gebruik van de dienst. Naarmate
er meer/minder van de dienst wordt gebruikt, wordt er ook meer/minder door de klant betaald.
Dit is voor klanten meestal prettig, vooral als het gebruik moeilijk voorspelbaar is, grote fluctuaties
kent en/of in de loop van de tijd geleidelijk zal groeien of afnemen. De betaling is gebaseerd op
kenmerken van de dienst, zoals het aantal feitelijke gebruikers, de benodigde opslagcapaciteit
of de hoeveelheid netwerkverkeer.